Mechteld ten Ham was een weduwe die in het begin van de 17e eeuw een teruggetrokken bestaan leefde. Het was de tijd van de Tachtig-jarige Oorlog en ook ‘s-Heerenberg had erg te lijden onder afwisselend de Spaanse- en Staatse troepen. De plaats werd meerdere malen geplunderd, het was de tijd van de pest en er vielen hierdoor vele slachtoffers. Als gevolg hiervan waren mensen vatbaar voor roddel, achterklap en wantrouw.
Hoewel Mechteld ten Ham probeerde om een rustig leven te leiden, probeerde zij wel mensen in haar omgeving te helpen met gezondheidsadviezen, kruiden en uitspraken over de toekomst. In deze onrustige tijden viel dit niet bij iedereen goed: mensen zeiden dat ze het boze oog bezat. Steeds vaker kwamen er beschuldigingen aan Mechteld’s deur, tot haar omgeving er van was overtuigd dat zij zich bezighield met hekserij. Vermeende Heksen werden in die tijd gezien als oorzaak van veel ellende en onheil en waren dus allesbehalve welkom.
Uit wanhoop wenste Mechteld zich te zuiveren van alle blaam en verzocht ze meerdere malen de Berghse magistraten om een gerechtelijke uitspraak. Hoewel zij meerdere malen het advies kreeg om dit niet te doen bleef Mechteld standvastig. In al haar onschuld was zij overtuigd dat door middel van een eerlijk proces dan bewezen zou worden dat ze geen heks was. De raad van goed bedoelende medeburgers om naar het plaatsje Oudewater in Holland te gaan volgde ze om onbekende redenen niet op. Uit heel Europa gingen mensen die van hekserij waren beschuldigd daarnaartoe, om zich op de heksenwaag te laten wegen. Na controle of men geen gewichten aan het lichaam had gehangen werd men gewogen. Indien de weegschaal uitsloeg, hetgeen natuurlijk altijd gebeurde, stelde men vast dat de gewogen persoon geen heks kon zijn. Een heks kon immers vliegen en woog daarom niets. Met een officieel weegcertificaat werd een en ander door de autoriteiten bevestigd. Uiteindelijk zou Mechteld tijdens het proces wel worden onderworpen aan de waterproef. Een heks weegt niets en blijft drijven. Bij zinken was het bewijs geleverd dat men geen heks was. Soms was de beschuldigde dan wel verdronken.
Mechteld sloeg ook het advies in de wind om ‘s-Heerenberg te verlaten en zich elders in het gebied van de Graaf van Bergh te vestigen. Ze eiste een proces. Door haar aandringen moesten de autoriteiten het proces wel doorgang laten vinden. Er waren geen officiĆ«le klachten van toverij bij hen binnengekomen en ze zouden het zeker niet nodig gevonden hebben om op de bestaande geruchten te reageren. De mening van de opgeroepen getuigen stond voor de aanvang van de rechtszaak echter al vast. Mechteld was een heks. Zij had mens en dier betoverd waardoor die ziek waren geworden en uiteindelijk waren overleden. Door haar toverkunsten liepen huwelijken op de klippen en gewassen en oogsten werden vernietigd. Slechts een dappere enkeling durfde het tegendeel te beweren. De rechtbank kon na de uitspraken van de getuigen, niets anders doen dan wat gebruikelijk was in die tijd. En dat was proberen de beschuldigde met alle hen ten dienste staande middelen tot een bekentenis te dwingen. Mechteld, die steeds alle aantijgingen weersprak, werd opgesloten in de gevangenis onder de toren van het kasteel. Daar zou zij door de beul onderhanden worden genomen. Met zijn martelwerktuigen moest hij haar tot een bekentenis dwingen.
Het gerecht had besloten dat zij eerst nog een Gods-oordeel mocht ondergaan in de vorm van de waterproef. Op een boerenkar werd Mechteld vanuit ‘s-Heerenberg naar het dorpje Azewijn gereden, waar zij in De Laak werd geworpen. Zij bleef drijven, waarmee bewezen was dat men met een heks te maken had. De martelingen die daarna volgden braken haar wil volledig. Ze gaf alles toe wat men maar van haar wilde horen. De rechtbank kon haar toen zonder verdere morele bedenkingen tot de brandstapel veroordelen. Onder toeziend oog van de burgerij, de gerechtsdienaren en andere belangstellenden ontstak de beul op 25 juli 1605 de brandstapel waarop Mechteld ten Ham aan een paal stond vastgebonden. Het gehele drama had zich in ongeveer drie maanden voltrokken.